Een reden vinden om naar Thailand te reizen is niet moeilijk. Dit zuidoost-Aziatische land heeft alles: een rijke geschiedenis en cultuur, prachtige natuur, parelwitte stranden, een overheerlijke keuken en een uiterst vriendelijke bevolking. Wil je echt optimaal kunnen genieten van het land van de eeuwige glimlach en het volle respect krijgen van de Thai, dan houd je best rekening met enkele basisregels.
Wat doe je best wel, en wat kan absoluut niet? Hier volgen 8 tips!
Iemand begroeten, afscheid nemen of iemand bedanken doe je met de typische Thaise groet ‘wai’. Daarbij plaats je de handen tegen elkaar en maak je een hoofdbuiging. Een vriend groet je met de handen voor de borst, een monnik met de handen aan het voorhoofd.
Enkel de koning en monniken zijn overigens niet verplicht om je terug te groeten met een wai. Een hand geven is echt not done. Dat leer je best af zodra je voet aan de grond zet in Thailand.
Het hoofd, het hoogste lichaamsdeel, is voor de Thai het meest heilige deel van het lichaam. Iemands hoofd of haren aanraken, is dan ook heel erg onbeleefd. Dat geldt ook bij kinderen! Een goedbedoelde aai over het hoofd van een schattig kind laat je dus beter achterwege.
Eet je bij een lokale familie? Schep dan eerst rijst op, en vervolgens één bijgerecht. Meerdere dingen tegelijk op je bord scheppen is onbeleefd, net als een schotel naar je toe trekken. Het is beter om je bord door te geven aan iemand anders aan tafel die dichter bij de schotel zit.
Tijdens het eten hou je de vork in je linkerhand en de lepel in je rechter. De vork gebruik je enkel om het eten op je lepel te scheppen. Eten naar je mond brengen doe je dus met je lepel in de rechterhand.
Voeten worden in de Thaise cultuur als iets vies beschouwd, altijd. Met je voeten naar iemand wijzen of deze boven iemands hoofd houden is een zware belediging voor de Thai. Hetzelfde geldt voor Boeddhabeelden: deze wijs je niet aan met je voeten. Om niet per ongeluk in de fout te gaan, vouw je bij het zitten beter je voeten onder je lichaam.
De Thai en hun koning: dat is grote liefde. Je negatief uitlaten over het koningshuis is een no go. Voorwerpen waar de koning opstaat (foto’s, maar ook munten, postzegels, …) behandel je met het nodige respect.
Wordt het volkslied gespeeld, dan ga je rechtstaan. Op de radio en de televisie is dat elke dag om 8u en 18u. Ook in de bioscoop, voor de film begint, klinkt het volkslied en moet je even opstaan.
Als vrouw moet je elk fysiek contact met monniken vermijden. Dat kan hen namelijk geestelijk ‘verontreinigen’. Uit voorzorg doe je als vrouw dus best een stapje opzij als er voorbijkomende monniken zijn.
Bezoek je een tempel, zorg er dan voor dat je kleren proper zijn en bedek je bovenarmen en benen. Je schoenen trek je uit voor je de tempel binnengaat.
Knuffelen, innig verstrengeld lopen en zoenen in het openbaar met de liefde van je leven laat je beter zo: het komt erg vrijpostig over.
Het lijden van gezichtsverlies is één van de ergste dingen die een Thai kan overkomen. Je stem verheffen, zichtbaar ongeduldig zijn of een vijandige toon aanslaan kan echt niet. Thai zijn dan ook meesters in het bewaren van de kalmte. De eeuwige glimlach vangt alles op, ook tijdens het onderhandelen of wanneer je het ergens niet mee eens bent.
