Het grootste nationale park van Sri Lanka, in het noordwesten van het land. Wilpattu National Park is sinds 2009 opnieuw open voor het grote publiek. Daarvoor heeft het jarenlang geleden onder de burgeroorlog.
Waarom gaan?
In Wilpattu vind je olifanten, herten, buffels, krokodillen, slangen, wilde zwijnen, schildpadden, apen, lippenberen en zelfs luipaarden. Al moet je voor deze laatste twee een flinke dosis geluk hebben. Ook het landschap van het park, een mix van jungle, moerasgebieden en meren, is absoluut het ontdekken waard.
Interessante extra: weinig toeristen bezoeken Wilpattu National Park. Je lijkt daardoor quasi alleen in het park en zal geen rijen jeeps aantreffen als je wildlife tegenkomt. Wat ons betreft een fijnere safari-ervaring dan het veel drukkere Yala National Park.
Het enige nadeel van Wilpattu? Door de burgeroorlog is het wildbestand flink gedaald. Het park is ook enorm uitgestrekt en slechts gedeeltelijk opengesteld voor safari’s. De kans is dus groot dat je er minder wildlife tegenkomt dan in Yala National Park én met je gids meer moet zoeken naar dieren. Dat maakt de safari natuurlijk ook wel weer een stuk authentieker...
Waar slapen?
Het park ligt nogal geïsoleerd. Onze advies: slaap dicht bij het park. Leuke overnachtingsplaatsen midden in de natuur zoals een tentenkamp, boomhut of glamping maken de safari-ervaring compleet!
Beste reistijd
April tot oktober zijn doorgaans de beste maanden, maar je kan het hele jaar lang het park bezoeken.